Vorig jaar bezocht ik de voorstelling “Het verhaal van de getallen” van het Maastd. Een voorstelling over wiskunde, maar ook over relaties tussen mensen.
Een reden om het boek de Telduivel van Hans Magnus Enzensberger weer eens uit mijn kast te halen. Dit keer om voor te lezen.
En al lezend kwam ik deze prachtige passage tegen waarin een visie op wiskunde wordt verwoord:
“Wanneer twee bakkers in zes uur 444 krakelingen bakken, hoe lang hebben vijf bakkers dan nodig om 88 krakelingen te bakken?
…
Geen kwaad woord over je leraar, maar met wiskunde heeft dat echt niks te maken. Zal ik je eens wat zeggen? De meeste wiskundigen kunnen helemaal niet rekenen. Bovendien vinden ze het zonde van de tijd. Daar heb je toch een je zakjapannertje voor? Heb jij die niet?
. . .
Aha, zei de telduivel. Geeft niks. Een beetje tafels leren, daar is niks mis mee. Kan goed van pas komen als je batterij op is. Maar wiskundige, goeie genade! Dat is heel anders!”