Afgelopen weekend werd ‘Nederland bij de les1‘ uitgezonden; een aflevering van Tegenlicht over rekenonderwijs. Deze heeft onder onderwijsprofessionals meerdere verbaasde reacties opgeroepen. Zoals die van Jan Bransen2: “Met groeiende verbazing heb ik op 7 september jl. zitten kijken naar het alleraardigste portret van de bevlogen bijles-directeur Sezgin Cihangir.” Met de kwalificatie ‘portret’ drukt Bransen de in zijn ogen kritiekloze eenzijdigheid van de uitzending uit. Nu is het onderwijs bijzonder complex voor buitenstaanders. Hoe hadden de betrokken journalisten dan toch kritischer kunnen zijn?
Ik zou willen beginnen met twee basisprincipes:
Ten eerste is het een goede journalistieke gewoonte om een verhaal van meerdere kanten te belichten. Dat geldt zeker bij complexe problemen, zoals bij rekenvaardigheden en onderwijs. Het is opvallend hoe in deze uitzending de visie van slechts één groep naar voren komt. Immers, de docenten die in beeld zijn, zijn klanten van Cihangir en hij is bovendien een prominent lid van Het Red het onderwijs team. Als kijker mag ik meer verwachten van een serieus journalistiek programma als Tegenlicht. Er is een ruime keuze aan professionals die het werk van het Mathematisch Instituut en Foutloos rekenen hadden kunnen duiden.
Ten tweede zijn onduidelijke cijfers die gepresenteerd worden om te shockeren altijd aanleiding om dieper te graven. Aan het begin van het programma krijgen we een zulke cijfers voorgeschoteld. Er wordt een schrikbeeld geschetst: slechts 10% van de scholen realiseert rekendoelen (of ambities?). Die woorden worden namelijk beide gebruikt. Daarnaast wordt gezegd dat 46% van de leerlingen de rekendoelen haalt. Het is onduidelijk wat er precies onder die ambities en rekendoelen wordt verstaan, net zoals er niet duidelijk is wat het realiseren daarvan precies betekent of hoe ver de scholen afstaan van het realiseren van die doelen. Zoals gezegd: als je niet weet wat de definitie is van de gemeten waarden én de cijfers ook nog eens het doel hebben om ons te overtuigen, dan is dat altijd een rode vlag. Voor een journalist een signaal om verder te graven. En als serieuze kijker neem ik ook geen genoegen met zulke halve informatie.
We moeten het doen met de genoemde 46% van de leerlingen en dat Cihangir het later over 1S heeft. Als achtergrond: de referentieniveaus, waar 1S een onderdeel van is, zijn in 2010 van kracht geworden. Voor het basisonderwijs hebben we voor rekenen te maken met het 1F en 1S niveau. Hoewel bij de invoering de percentages leerlingen die dit niveau in groep 8 halen niet empirisch zijn vastgesteld waren er wel schattingen: 1F rond de 75% ven 1S rond de 50%. De uitgesproken ambities waren om dit te verbeteren naar respectievelijk 85% en 65%. In het meest recente inspectierapport3 vinden we de meest recente cijfers:
Hierin valt af te lezen dat de ambitie voor 1F met 92,6% is behaald, en voor 1S met 46,6% nog niet. Er is wel een lichte verbetering van het aantal leerlingen dat 1S behaalt. Wat er precies bedoeld wordt met de scholen die hun rekendoelen niet halen heb ik niet kunnen achterhalen. Ook vind ik geen aanwijzing dat de referentieniveaus in de loop der jaren zijn verlaagd zoals wordt beweerd in de aflevering. Integendeel, in bijvoorbeeld de nieuwe kerndoelen wordt zelfs meer ingezet op hogere orde vaardigheden.
Naast deze basisprincipes waren er nog meer signalen om kritischer te zijn. Ik geef hiervan nog twee voorbeelden. De eerste is de wel heel simpele oplossing voor een complex probleem. Cihangir laat het compacte boek van Foutloos Rekenen zien met de suggestie dat dat alles oplost in het basisonderwijs. Een groot verschil met de hoeveelheid lesmateriaal die leerlingen in de 6 jaar reken-wiskundeonderwijs normaal gebruiken. Het lijkt er niet op dat hier verder naar is gekeken. Bijvoorbeeld door contact op te nemen met uitgevers van andere methodes. Dan hadden de makers ook meteen kunnen checken of de typering van de schoolboekfragmenten klopt. Het is namelijk de vraag of het voorbeeld van het ‘verdubbelen en dan 3 erbij op tellen’ daadwerkelijk als hoofddoel had om de tafels te leren. En ook het voorgelezen stukje opgave bij de getekende leerlingen heeft mogelijk een andere bedoeling. Iris van Vuuren4 herkende bijvoorbeeld een van de genoemde voorbeelden als een opgave uit Meesterwerk van Getal en Ruimte Junior. Dit is het boek voor (zeer) sterke rekenaars en daardoor niet representatief.
Tot slot een laatste punt waar de makers kritischer hadden kunnen zijn en waar meer perspectieven op het geconstateerde probleem op zijn plek waren geweest. Een van de conclusies die in het programma wordt getrokken is dat het taalniveau van leerlingen zo slecht is dat ze daar bij het gebruik van taal in het rekenonderwijs last van hebben. Als voorbeeld wordt het woord ‘belangstellende’ genoemd. De oplossing die wordt gepresenteerd is om dan vooral minder taal bij het rekenen te gebruiken en pas aan het einde van het leerproces context opgaven te introduceren. Ook als je niets van het rekenonderwijs weet zou je je af kunnen vragen of het wenselijk is om als iets moeilijk blijkt het dan maar helemaal te schrappen in plaats van te kiezen voor een aanpak waarbij je juist werkt aan die dingen die moeilijk zijn. Zeker als ze zo fundamenteel zijn als taalbegrip. Er zijn tal van voorbeelden en initiatieven die juist een andere aanpak kiezen hierin.
In deze blog heb ik me gefocust op die punten waarop de makers van deze aflevering van Tegenlicht kritischer hadden kunnen zijn en wat mij betreft hadden moeten zijn. Daarbij ben ik bewust niet echt inhoudelijk ingegaan op de complexiteit van het werken aan de basisvaardigheden. Dat betekent overigens niet dat ik denk dat er geen werk aan de winkel is. We zijn er duidelijk nog niet als het gaat om de basisvaardigheden. Deze problemen verdienen echter een degelijke analyse en een constructieve dialoog over hoe ze aan te pakken. Helaas draagt de uitzending van Tegenlicht daar op geen enkele manier aan bij, en dat is een gemiste kans.
Links
1 Tegenlicht: Nederland bij de les – uitgezonden op 7 september 2024
2 Is Tegenlicht wel bij de les? – blog van Jan Bransen
3 De staat van het onderwijs 2024 – Inspectie van het onderwijs
4 LinkedIn post van Iris van Vuuren – Nederland bij de les – VPRO Tegenlicht