De rekendiscussie maakt al meer dan tien jaar veel emoties los. Terecht, het gaat over onze kinderen, en over de toekomst van onze maatschappij. Ons reken-wiskundeonderwijs en wiskundeonderwijs zijn een belangrijk onderwerpen.
De vraag “Welk onderwijs hebben onze kinderen nodig om zichzelf straks te kunnen redden in en een bijdrage te kunnen leveren een maatschappij die snel verandert en waarvan we nu niet weten hoe die eruit zal gaan zien.” verdient zorgvuldigheid en een gefundeerde en genuanceerde afweging.
Bij een onderwerp dat van zo’n belang is ook een rol voor de media weggelegd. De media hebben de taak maatschappelijke discussies te volgen en daar verslag van te doen, en opinie en debat horen hierbij. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen feiten en opinie. Die verantwoordelijkheid heeft uiteraard iedereen die iets schrijft.
Helaas is het debat de laatste jaren gekenmerkt door een karikaturale polarisatie. Op social media is dat lastiger te controleren. Juist daarom heeft de kwaliteitsjournalistiek een belangrijke taak. Zij kunnen in het kader van hoor en wederhoor de verschillende geluiden naast elkaar zetten en bovenal duiden. Ook bij opiniestukken die zij plaatsen hebben zij een rol. Wanneer een opiniestuk in een kwaliteitskrant wordt geplaatst dan moet de lezer er vanuit kunnen gaan dat de feitelijkheden in dat stuk kloppen. De krant is niet verantwoordelijk voor de mening van de schrijver, maar wel voor het checken van het waarheidsgehalte. Door een opiniestuk te plaatsen legitimeren zij de feitelijkheden in het stuk. Onnauwkeurigheden of publicatie van onwaarheden, zoals we de afgelopen periode ook helaas hebben gezien, dragen bij aan polarisatie.