RD 2.0 – stap 1: eenduidig jargon

Het ligt voor de hand. Elkaar begrijpen begint met praten over hetzelfde. Je zet als het ware de horloges gelijk. Als je verschillende betekenissen aan hetzelfde woord toekent, dan wordt het lastig om op niveau met elkaar in gesprek te gaan.

Foto door Yucel Moran op Unsplash

Hoe vanzelfsprekend dat ook klinkt, in de discussie over reken- en wiskundeonderwijs is van het eenduidig gebruik van jargon tot nu toe niet echt sprake. In de loop van de tijd is ons jargon daardoor vervuild. Met regelmaat kenmerkt de discussie zich als gevolg daarvan door het langs elkaar heen praten.

Met name de termen ‘context’, ‘verhaaltjessommen’ en ‘realistisch’ kennen de meest uiteenlopende invullingen. Contexten komen op verschillende plekken in het leerproces voor en ze dienen verschillende doelen. Er is een groot verschil tussen contexten die aan het begin van het leerproces worden gebruikt en contexten aan het einde van het leerproces. Bij het metriek stelsel begint het leren bijvoorbeeld met het meten van allerlei concrete objecten in de klas. Daarbij gaan leerlingen bijvoorbeeld aan de slag met verschillende ‘meeteenheden’ zoals een paperclip of strook papier. Zo ontdekken ze dat je een duidelijke eenheid nodig hebt om te kunnen meten en worden meter en centimeter geïntroduceerd. Aan het einde van het leerproces past bijvoorbeeld de toepassing van het omzetten van cm naar m in een natuurkunde context.

Regelmatig staat echter elke ‘context’ gelijk aan ‘verhaaltjessom’, ongeacht het doel waarmee een context wordt ingezet. De ‘verhaaltjessom’ wordt dan gelijk gezet aan ‘realistische context’ en gelinkt aan realistisch rekenen. Hiermee wordt geen enkel recht gedaan aan de vakdidactische tradities. In het debat is het verstandig om een onderscheid te maken tussen contexten die passen bij de theorie van RME en authentieke contexten. En in de discussie niet meer te spreken over realistische contexten.

Deze voorbeelden laten zien dat het zinvol is om in de discussie een onderscheid te maken over welk soort contexten men praat. En om in zijn algemeenheid preciezer het gebruikelijke jargon te gebruiken.  Mijn voorstel voor de eerste stap voor een constructief debat is dan ook: eerst de horloges gelijk zetten.

 


Deze post is onderdeel van de serie ‘rekendiscussie 2.0’:
Intro
Stap 1 – eenduidig jargon
Stap 2 – op de bal
Stap 3 – visie op wiskunde
Stap 4 – multi-geëncultureerd
Stap 5 – doelen als startpunt
Stap 6 – niet één beste . . .
Stap 7 – relatie tussen theorie en praktijk
Stap 8 – rol voor de media
Nawoord
Wil je meer lezen over de achtergronden, dan kun je dat vinden in deze posts:
Achtergrond stap 1: de ene context is de andere niet
Achtergrond stap 3: de gezichten van wiskunde
Achtergrond stap 5: kunnen en begrijpen

 

Contact

Heb je vragen? Stuur dan een mail naar info@bruin-muurling.nl.