De verkiezingen in de VS maken heel veel los. In de vorige verkiezingen hoorden we al over het verschil tussen de ‘popular vote’ en de uiteindelijke uitslag. Wiskundig erg interessant hoe verschillende kiessystemen werken. En hoe eerlijk we elk van die systemen vinden. Daar is al veel over geschreven. In deze post wil ik aandacht vragen voor iets anders: denken als een datavisualisator (bij gebrek aan beter woord voor deze activiteit).
Op traditionele verkiezingskaarten zie je per staat welke partij gewonnen heeft. Nu is de bevolkingsdichtheid van de Amerikaanse staten niet voor elk gebied gelijk. Daardoor ontstaat een vertekend beeld. Of zoals Karim Douieb hier zegt: “Acres don’t vote, people do”. Vervolgens laat hij zien dat het al eerlijker wordt als je van elk kiesdistrict weergeeft afhankelijk van het aantal stemmen. Meer stemmers, grotere gekleurde cirkel. Dan ga je nog steeds uit van het ’the winner takes is all’ principe. Wil je meer inzicht hebben in hoe de stemverhoudingen binnen een kiesdistrict liggen, dan kan je de verhoudingen aangeven als een kleurenverhouding binnen zo’n cirkel. Dat geeft je dan wat meer beeld van de popular vote. Maar uiteindelijk gaat het in deze verkiezingen niet om de meeste stemmen (overall) winnen. Het draait om kiesmannen. Daarvoor gebruikt Douieb een andere techniek. Elke kiesman wordt weergegeven als een zeshoek. Zo ontstaat een kaart waarbij elke staat bestaat uit het aantal zeshoeken dat er kiesmannen zijn. De kaart wordt zo gemaakt, dat hij zo dicht mogelijk bij de geografische kaart ligt, zodat staten door de andere grootte nog steeds herkenbaar zijn. Zo zie je hoe de kiesmannen precies verdeeld zijn.
Zelf kan ik genieten van dit soort mooie kaarten, en van de animaties van Douieb die in een paar stappen de kern op een toegankelijke manier duidelijk weet te maken. Tegelijkertijd vind ik het een mooi voorbeeld van wat voor manieren van denken je in deze samenleving nodig hebt. Een voorbeeld van kritisch wiskundig denken. Het gaat er hier om te bedenken wat je echt wilt weten, en of de representatie je dat antwoord geeft. Wil je weten hoeveel mensen wat gestemd hebben en hoe dat over het land verdeeld is? Of wil je weten hoe de kiesmannen over het land verdeeld zijn? In beide gevallen voldoet een ingekleurde geografische kaart niet. Dat ‘denken als een datavisualisator’ zou van mijn een basisvaardigheid mogen worden die we alle leerlingen mee gaan geven.